Nieuwe Noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud

Het zal u niet ontgaan zijn dag het kabinet de regeling Werktijdverkorting stop heeft gezet en zij in plaats daarvan de 'Noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud' introduceert. Het loket bij het UWV die deze regeling in behandeling neemt, opent op 6 april a.s. haar deuren. Een aanvraag voor deze regeling kan ingediend worden tot en met 31 mei 2020.

De concrete invulling van de 'Noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud' zijn vandaag bekend gemaakt.

Omzet en loonsom
In de regeling staan de omzet en de loonsom centraal. Hoe hoger het omzetverlies, hoe hoger de tegemoetkoming in de loonsom voor de werkgever. De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is dus afhankelijk van de terugval in omzet, maar beperkt tot een maximum van 90% van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden van hoe de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming uitwerkt:
- als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever;
- als 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever;
- als 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.

Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, moet de werkgever de totale omzet uit 2019 delen door vier en vergelijken met de omzet in de maanden maart tot en met mei 2020. Ook is het mogelijk om het te vergelijken met een drietal andere maanden, omdat het voor kan komen dat pas op een later moment de omzetdaling te zien is. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die één of twee maanden later start

Als een bedrijf uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden.

Voor de loonsom worden gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt en is gemaximeerd tot EUR 9.538,- bruto per maand per werknemer. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd.

Voorwaarden
Een werkgever kan een aanvraag voor de noodmaatregel indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten en krijgt hiervoor van het UWV een voorschot van 80%. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de aanvraag. Met dit voorschot kan de werkgever de werknemers met een vast en met een flexibel contract (geldt ook voor oproepcontracten) doorbetalen. Deze tegemoetkoming kan in ieder geval voor 3 maanden aangevraagd worden, met de mogelijkheid tot verlenging met nog eens 3 maanden. Voor de verlenging kunnen andere voorwaarden gelden. Dit is nu nog niet duidelijk.

De volgende voorwaarden gelden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de loonkosten:
- Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt.
- De aanvrager verwacht tenminste 20% omzetverlies.
- De regeling ziet op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020. 

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de noodmaatregel is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht.

Zoals bekend is het op dit moment nog niet mogelijk om een aanvraag in te dienen en opent het loket haar deuren op 6 april a.s. Mocht u in de tussentijd vragen hierover hebben of wilt u hulp bij het indienen van een aanvraag voor de noodmaatregel dan kunt u altijd contact opnemen met ONS. Het eerste contact is bij ONS vrijblijvend