Van het opstellen van huurovereenkomsten tot advisering, bemiddeling en procederen bij huurgeschillen
Van aan- en verkoop tot exploitatie
Alle juridische aspecten die met vastgoed en bouwrecht te maken hebben
Alle juridische vragen die met contracten, algemene voorwaarden en incasso's te maken hebben
Van sollicitatieprocedure tot beëindiging van de arbeidsrelatie
Tijdelijke inhuur van een projectjurist
De zomer komt er weer aan en warme dagen staan weer voor de deur. Steeds meer mensen schaffen daarom een airco aan. Moet de gemeente optreden als een bewoner stelt geluidsoverlast te ondervinden van de airco van de buurman?
Praktijkvoorbeeld
Geluidsoverlast airco van de buren. Bij het College van B&W wordt door een mevrouw geklaagd omdat zij geluidsoverlast ondervindt van de airco van haar buurman.
Gemeente handhaaft niet. Ze vraagt het college handhavend op te treden maar het college doet niets omdat er geen sprake is van een overtreding. Er is wel een toezichthouder op het adres langsgegaan maar die heeft nauwelijks geluid waargenomen en is van oordeel dat het wel meevalt met die decibellen. Een geluidsmeting is niet verricht want dat vond de gemeente te kostbaar. Mevrouw maakt bezwaar tegen het besluit om niet te handhaven maar haalt opnieuw bakzeil. Hierop stapt mevrouw naar de rechter.
Geen vergunning nodig
Bouwwerk. Op grond van de toen nog geldende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (per 1 januari 2024 Omgevingswet) is het verboden om een bouwwerk te plaatsen zonder vergunning. Een airco kan gezien worden als ‘bouwwerk’ maar als een bouwwerk minder dan een halve meter uitsteekt, is weer geen omgevingsvergunning nodig (want het staat opgenomen op Bijlage II Bor).
Algemene Plaatselijke Verordening. Hoewel de buurman dus geen vergunning had hoeven aan te vragen om de airco-unit te plaatsen, staat in de APV van de bewuste gemeente wel opgenomen dat ‘het verboden is toestellen in werking te hebben die voor een omwonende geluidshinder veroorzaken.’ Mevrouw is van mening dat hiervan sprake is.
Norm in het Bouwbesluit. De rechtbank (ECLI:NL:RBGEL:2023:3605) stelt dat het Bouwbesluit weliswaar normen geeft voor de hoeveelheid geluid dat geproduceerd mag worden door een airco, maar omdat de airco in februari 2021 is geplaatst en de geluidsnormen zoals deze in het Bouwbesluit staan pas in april 2021 in werking zijn getreden, kan de rechtbank alleen uitgaan van dat wat in de APV staat opgenomen.
Ten onrechte geen geluidsmeting. De rechtbank is van oordeel dat het College bij het beoordelen van het geluidsniveau, zich niet uitsluitend had mogen baseren op de subjectieve waarneming van de toezichthouder. Men had een objectieve geluidsmeting moeten laten verrichten omdat alleen op die manier goed kan worden beoordeeld of er sprake is van het objectief overschrijden van de geluidsnormen, bijvoorbeeld zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer dat door deze gemeente wordt gebruikt om te beoordelen of er sprake is van geluidshinder. Dat dit mogelijk een kostbaar is, had er volgens de rechtbank niet toe mogen leiden van dit onderzoek af te zien. Omdat er geen geluidsmeting is verricht, is niet objectief vast te stellen of er sprake is van geluidshinder.
Huiswerk voor de gemeente. De rechtbank vernietigt daarom het besluit van het College van B&W om niet te handhaven en stuurt ze met huiswerk terug naar kantoor: er moet een nieuwe beslissing worden genomen op het bezwaar om niet te handhaven van mevrouwen en daarbij moet dan wel een officiële geluidsmeting worden verricht.
Let op. Vaak staat er in de APV dat het verboden is om toestellen in werking te hebben die voor een omwonende geluidshinder veroorzaken. De gemeente moet dan aan de hand van een geluidsmeting vaststellen of daarvan sprake is. De norm in het Bouwbesluit is dat er maximaal 40dB (overdag 45 dB) bij de buren te horen mag zijn.